Westers Afval Naar Ontwikkelingslanden
  1. Lammertyn.net
  2. Blog
  3. Nieuws
  4. Moet het Westen afval naar ontwikkelingslanden verschepen?

Moet het Westen afval naar ontwikkelingslanden verschepen?

Al sinds de industriële revolutie worden er massa’s westers afval naar ontwikkelingslanden verscheept. Containerschepen vol afval varen naar landen als China en de Filippijnen, waar het afval gedumpt wordt voor verwerking. Dit systeem kende ook al veel tegenstand. Toch zijn er economen die het verschepen van afval naar deze landen aanmoedigen. Waarom? Dat lees je in dit artikel.

Westers afval naar ontwikkelingslanden
Al jarenlang transporteert Europa tonnen afval naar ontwikkelingslanden. De massa’s afval die we hier produceren krijgen we niet verwerkt. Door ze naar ontwikkelingslanden te sturen is het Westen er van af. Dat klinkt als de grote bullebak die zijn miserie bij de kleintjes achterlaat, maar heel wat economen zien dat anders. Het afval is een kans voor ontwikkelingslanden om een afvaleconomie op poten te zetten.

Afvalverwerking in ontwikkelingslanden
Zo bouwde men in ontwikkelingslanden tal van afvalverwerkingsfabrieken. Het afval dat van het Westen kwam werd gerecycleerd of op een andere manier verwerkt. Dit bracht jobs en geld op. Super voor de economie van dat land, dus. Het afval van het Westen werd als het ware een bron van inkomsten. Rijke landen konden hun afval kwijt, terwijl arme landen er hun economie er mee konden boosten. Win-win toch?

Afvaltransport in een negatief daglicht
Zoals al eerder aangegeven, klinkt dit hele verhaal niet zo positief. De grote rijke landen sturen hun rommel naar de arme landen, die daarbij achter blijven. De publieke opinie was daarom al vaak tegen het idee van afvaltransport naar ontwikkelingslanden. Daar kwam nog eens bij dat er rotte appels bij de transporteurs zaten. Deze transporteerden bijvoorbeeld naast legaal afval ook kernafval of andere goederen naar ontwikkelingslanden. De hoeveelheid afval die in het water terecht komt is een ferme druppel die de emmer doet overlopen. De negatieve argumenten wonnen het van de positieve argumenten, en dus kwam er eind jaren 90 een regelgeving. Het verdrag van Bazel. Giftig afval mocht als gevolg van dit verdrag niet meer verscheept worden. Dit bracht tal van bedrijven in ontwikkelingslanden op de rand van het faillissement. Fabrieken die autobatterijen verwerkten mochten zo bijvoorbeeld de deuren sluiten. Later werd het verdrag van Bazel wat bijgewerkt om het transport en de recycling van bepaalde afvalgroepen weer mogelijk te maken.

Verdere beperkingen op afvaltransport naar ontwikkelingslanden
In 2021 verstrengde de EU de regelgeving omtrent afvaltransport naar ontwikkelingslanden opnieuw. De uitvoer van ongesorteerd plastic naar niet-OESO landen werd volledig verboden. De reden hiervoor is dat de EU twijfelt of ontwikkelingslanden al dat afval wel op een duurzame, verantwoorde manier te verwerken. Volgens milieuorganisaties kwam het afval daar vaak in de oceaan terecht, of het werd verbrand.

Economisch gewin vs. ecologisch verlies
In deze kwestie ligt er dus gewicht aan beide kanten van de balans. Enerzijds geeft het afval opportuniteiten aan ontwikkelingslanden. Anderzijds moet de verwerking van afval wel op de juiste manier gebeuren, iets wat we moeilijk kunnen controleren in ontwikkelingslanden. De vraag blijft wat we dan wel met ons afval gaan doen. Europa zal moeten investeren in infrastructuur voor afvalverwerking. Of nog beter, we moeten de hoeveelheid afval verminderen en ons afval beter recycleerbaar maken. Hoe dan ook trok de EU zopas volop de kaart voor de ecologie. Door het heft in eigen handen te nemen kan het de verwerking van afval monitoren en optimaliseren. De uitstoot van de containerschepen sparen we uit en er belandt veel minder afval in de oceaan.

 

Lammertyn.net gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruiksgemak te verbeteren. Lees meer over cookies.